Kleur bij Honden: B (Brown) Locus
De B-locus, ook bekend als het Tyrosinase Related Protein 1 (TYRP1) gen, bepaalt of een hond bruine of zwarte pigmenten produceert. De B-locus beïnvloedt voornamelijk de donkere pigmenten (eumelanine) en heeft geen invloed op rode of gele pigmenten (phaeomelanine).

Dit gen heeft twee varianten in volgorde van dominantie: B (zwart) en b (bruin).

• B (zwart): Honden met de genotypes BB of Bb produceren zwart pigment in zowel hun haar als huid.

• b (bruin): Honden met het genotype bb produceren bruin pigment in plaats van zwart. Afhankelijk van het ras wordt bruin ook wel lever, chocolade of soms rood genoemd.

 
Het B-gen is dominant over het b-gen, wat betekent dat een hond met Bb of BB zwart pigment zal hebben, terwijl een hond met bb bruin pigment zal vertonen.  Bij honden met een bb-genotype wordt alles waar eumelanine aanwezig is bruin, inclusief de ogen en neus. De neus is vaak de beste plek om de basiskleur van een hond te bepalen, vooral bij rassen zoals de Golden Retriever, waar de vacht alleen phaeomelanine kan bevatten.
 
Hoewel er variatie is in de tinten bruin, wordt dit veroorzaakt door andere genen die nog niet volledig bekend zijn. De B-locus bepaalt dus de basiskleur van de hond, zwart of bruin, en alle kleurvarianten kunnen in beide kleuren voorkomen.