Vaccinatie & bescherming

Vaccinaties:

Een goede gezondheid vormt de basis voor een gelukkig en lang hondenleven. Als fokker en eigenaar dragen we samen de verantwoordelijkheid om pups en volwassen honden zo goed mogelijk te beschermen tegen besmettelijke ziektes. Vaccinaties kunnen daarbij een belangrijke rol spelen, vooral op jonge leeftijd. Toch draait het niet alleen om prikken zetten. Inzicht in het immuunsysteem en het bewust omgaan met vaccineren is minstens zo belangrijk.

Het doel is niet om zoveel mogelijk te vaccineren, maar om op het juiste moment de juiste bescherming te bieden. Antistoffen en een goed functionerend immuunsysteem zijn daarbij essentieel. Titerbepalingen kunnen hierin waardevolle informatie geven: ze laten zien of een hond daadwerkelijk beschermd is, waardoor onnodige vaccinaties kunnen worden voorkomen.

In de tekst hieronder geef ik uitleg over de meest voorkomende hondenziektes, hun symptomen, behandeling en – vooral – hoe we ze kunnen voorkomen. Ik maak daarbij onderscheid tussen de zogenoemde ‘CORE’-vaccinaties (die voor elke hond worden aanbevolen) en ‘non-CORE’-vaccinaties (die afhankelijk zijn van leefomgeving, gezondheid of levensfase) – gebaseerd op de richtlijnen van de WSAVA Vaccination Guidelines Group (2020).

📌 Onderwerpen:
• 📅 Vaccinatieschema : Volwassene en Pups 
• 📋 CORE & Non- CORE ziektes en vaccinaties 
• 🩸 Titeren : meten van antistoffen

CORE-vaccinatiesnon-CORE vaccinaties
ParvovirusLeptospirose (Ziekte van Weil)
Hondenziekte (Distemper)Kennelhoest
Besmettelijke leverziekte (Hepatitis) 

(The WSAVA Vaccination Guidelines Group (VGG), 2020)

De CORE-vaccinaties beschermen tegen ernstige, vaak levensbedreigende ziektes en worden wereldwijd aanbevolen voor elke hond. Ze vormen de basis van een doordachte vaccinatiestrategie, zeker bij jonge dieren met een nog opbouwend immuunsysteem.

De non-CORE-vaccins daarentegen zijn optioneel en worden in sommige situaties aangeraden, bijvoorbeeld Rabies bij reizen naar het buitenland. In mijn visie is het echter belangrijk om hier terughoudend mee om te gaan. Vooral bij kleinere hondenrassen kunnen deze vaccins onnodige belasting veroorzaken, omdat de dosering niet wordt aangepast aan lichaamsgewicht. Bovendien bieden ze vaak slechts tijdelijke of beperkte bescherming, terwijl ze het immuunsysteem wel fors kunnen beïnvloeden.

Daarom adviseer ik om non-CORE-vaccinaties alleen in uitzonderlijke gevallen toe te passen, en altijd op basis van een weloverwogen risico-inschatting — met het welzijn van de individuele hond als uitgangspunt. Rabiës zou ik dan ook niet met 12 weken gelijk enten. Wacht tot de pup wat groter/ouder is zodat hij de vaccinatie beter aan kan. 

Puppyvaccinatieschema:

Maatwerk met oog voor het immuunsysteem

In plaats van klakkeloos een standaard schema te volgen, kies ik ervoor om vaccinaties zorgvuldig af te stemmen op het individuele dier. Dit doe ik op basis van titerbepalingen: hiermee meet je of er voldoende antistoffen aanwezig zijn voor een goede bescherming.

Stapsgewijze aanpak:

  • 6 weken : Eerste Puppyenting (DP – Hondenziekte en Parvo)
  • 9 weken : DHP-vaccinatie (Hondenziekte, Hepatitis, Parvo)
  • 12 weken :(3 weken na DHP) Eerste titerbepaling
    • Hiermee wordt gecontroleerd of de vaccinatie heeft aangeslagen en of er voldoende antistoffen zijn.
    • Als de titers te laag zijn voor Distemper of Parvo, kan een gerichte (losse) hervaccinatie volgen.
  • Titercontrole na enkele weken : Herbevestiging van bescherming
    • Hiermee wordt duidelijk of het immuunsysteem goed heeft gereageerd en of extra vaccinatie nodig is.
  • Na 1 jaar: Nieuwe titerbepaling op DHP
    • Indien de hond nog voldoende beschermd is, is hervaccinatie niet nodig.

Deze aanpak voorkomt onnodige vaccinatie en ondersteunt het opbouwen van een sterk immuunsysteem. Bovendien krijgt elke pup die hier opgroeit een individueel vaccinatie- en titeradvies mee naar de nieuwe eigenaar.

Titerbepaling

Titeren: meten is weten

In plaats van routinematig vaccineren volgens een vast schema, kiezen wij ervoor om te werken op basis van wat het lichaam daadwerkelijk nodig heeft. Dat begint bij inzicht: is er voldoende bescherming aanwezig? Dáárom speelt het titeren van pups en volwassen honden een centrale rol binnen onze gezondheidsaanpak.

Een titerbepaling is een bloedtest waarmee de hoeveelheid antistoffen tegen virussen als Parvo, Distemper en Hepatitis wordt gemeten. Als er voldoende antistoffen aanwezig zijn, is de hond beschermd – vaccinatie is dan overbodig. Zijn de waarden te laag, dan kan vaccinatie gericht worden ingezet. Deze aanpak voorkomt onnodige belasting van het immuunsysteem en geeft ruimte aan het natuurlijke afweersysteem van de hond.

Met mijn achtergrond in diergezondheid en genetica voel ik de verantwoordelijkheid om de natuurlijke weerstand van honden te ondersteunen – niet te onderdrukken. Door te titeren, maken we op basis van feiten en met respect voor het individuele dier een weloverwogen keuze.

Hoe wij titeren toepassen in de praktijk:

  • 6 weken: eerste vaccinatie tegen Distemper en Parvo (DP).
  • 9 weken: vaccinatie met DHP (Distemper, Hepatitis, Parvo).
  • 12 weken: titerbepaling om te controleren of het immuunsysteem voldoende antistoffen heeft opgebouwd.
  • Indien nodig: bij onvoldoende bescherming worden D of P los herhaald.
  • Na 6 maanden tot 1 jaar: herhaalde titerbepaling om de langdurige bescherming te bevestigen.
  • Daarna: elke drie jaar, maar dit is afhankelijk van de individuele immuun status.

Elke pup verlaat het nest met een gezondheidsadvies op maat. De nieuwe eigenaren worden geïnformeerd over de titerbepaling. Zo weten nieuwe eigenaren precies wat hun pup nodig heeft – én wat niet.

Titeren past bij een visie op fokken en houden van honden waarin kennis, zorgvuldigheid en maatwerk vooropstaan. Door te meten in plaats van klakkeloos te enten, dragen we bij aan een gezondere hondenpopulatie én bouwen we aan vertrouwen tussen fokker, eigenaar en hond.